Hoe om te gaan met onderwijstijd?
Wanneer we het over onderwijstijd hebben, dan hebben we het over de tijd die een student aan zijn studie besteedt. Je zou kunnen zeggen dat deze grofweg in drie categorieën te verdelen is: BOT-tijd (Begeleide onderwijstijd onder begeleiding van een docent), Stage (tijd die een student besteed op een stagebedrijf) en zelfstudie (de tijd die een student buiten BOT-tijd en stagetijd zelf besteed aan zijn of haar studie. Bijvoorbeeld door huiswerk te maken.
Voor het mbo geldt dat er op dit moment de volgende normen worden gehanteerd voor de onderwijstijd. Per studiejaar moet de student 1000 uur onderwijs worden aangeboden waarvan 700 uur BOT-tijd en 300 uur BPV-(stage)tijd. Onderwijsteams mogen hier vanaf wijken wanneer zij dit goed kunnen onderbouwen en wanneer zij kunnen aantonen dat de studenttevredenheid voldoende is en dat de uitstroomcijfers en het rendement van de opleiding op orde zijn.
Online leren en BOT tijd
Maar, telt afstandsleren dan ook mee als onderwijstijd? Wanneer dit onder begeleiding van een docent gebeurt wel. Hierbij is het geen probleem of de docent en de studenten nu fysiek bij elkaar zitten of op afstand. Het gaat immers om “Begeleide Onderwijstijd”. En de begeleiding vanuit de docent is aanwezig, zij het op afstand. Hierin kan je zo creatief zijn als je zelf maar wilt. Zo wordt er op verschillende ROC’s bijvoorbeeld gewerkt met de BOT-telefoon. Er is een docent op afstand aanwezig die de vragen van studenten kan beantwoorden wanneer zij bellen. Dit kan je zo gek maken als je zelf wilt, maar houd altijd in gedachten: de kwaliteit moet wel gewaarborgd worden!
Het wordt complexer wanneer we het over bijvoorbeeld e-learning gaan hebben. Je zou studenten natuurlijk allemaal op een gezet tijdstip een e-learning kunnen laten maken terwijl een docent op afstand aanwezig is om vragen aan te stellen. Maar wat is dan het nut van de e-learning? Je zou dit bijvoorbeeld ook asynchroon willen aanbieden waarbij de studenten de e-learning allemaal in hun eigen tijd en tempo kunnen maken.
Dit zou je kunnen afvangen door in je onderwijstijd facultatieve momenten in te plannen waarin studenten vragen kunnen stellen over de te maken lesstof. De studenten kunnen op deze manier wel met vragen terecht, zij het op een ander moment dan dat zij wellicht de e-learning maken. Je biedt ze echter wel de mogelijkheid om vragen te stellen. Wanneer je vervolgens door middel van bijvoorbeeld learning analytics kan aantonen dat een student bepaalde tijd aan een e-learning besteed heeft en de lesstof heeft begrepen, dan zou je dit alsnog als BOT-tijd kunnen wegzetten. Er is wel degelijk begeleiding aanwezig, zij het op een uitgesteld moment.
Kwaliteit, kwaliteit, kwaliteit
Zorg er echter ten alle tijden voor dat je de kwaliteit van het onderwijs niet uit het oog verliest. Hierbij horen niet alleen uitstroomcijfers en rendement, maar ook studenttevredenheid. Deze tevredenheid zal alleen maar groeien wanneer je de student op de juiste wijze begeleidt in deze vorm van leren. De studenten zullen dit namelijk niet als vanzelfsprekend opvatten. Gun de studenten de mogelijkheid om zichzelf deze manier van werken eigen te maken. Het mooie aan het programmeren van facultatieve uren is dat de student ook altijd nog de vrijheid heeft om wel op de geprogrammeerde uren aan de lesstof te werken. Op deze manier bied je verschillende type studenten de mogelijkheid om met het onderwijs aan de slag te gaan: studenten die liever in hun eigen tempo aan de lesstof werken en studenten die liever meegaan in een vastgesteld programma op vaste momenten.
Wees creatief
Met de huidige wetgeving is er wel degelijk het één en ander mogelijk ten aanzien van onderwijstijd. Durf out of the box te denken en kwaliteit boven kwantiteit te zetten. Zorg er echter wel voor dat je de kwaliteit goed monitort en inzichtelijk maakt!